Leen van de Weel brengt hoog springend DS-doelman Bloem in moeilijkheden.
WIE SNAPT ER NOG IETS VAN?
Een moeilijke tot zelfs een zeer zware uitwedstrijd. Zo ongeveer varieerden de meningen bij Sparta vóór het duel met DS'79 aan de Krommedijk in Dordrecht. De spanningen van het aanstaande Europese avontuur (vooral bij de jongeren), een tegenstander die aansluiting zocht met de middenmoot én die een in alle opzichten gevaarlijke Engelse spits op scherp had staan. Nee, het zou een 'knappe' middag kunnen worden, daar in het natte Dordt. „Zijn wij nu zo goed? Of,of...", Sparta-trainer Bert Jacobs snapte er met de verdiende 1-4 zege op de zak ook niets meer van. Nu heeft de Zandvoorter zich er al eens eerder over verbaasd hoe gemakkelijk zijn jong Sparta tegenstanders bij tijd en wijle kan oprollen, maar om iedere keer schouderophalend en bijna vertwijfeld naar de zwakte van die tegenstander te wijzen met: „Ik ben blijkbaar erg lang weggeweest uit Nederland," dát wordt ook eentonig. Sparta verdiende namelijk zonder meer complimenten voor de manier waarop in de tweede helft tegen de wind in met goed combinatievoetbal de thuisclub werd overspeeld. Vier 'plaatjes' van doelpunten , de een werkelijk nog mooier dan de andere, konden worden genoteerd en met nog meer nauwkeurigheid had zich een nog groter debacle voor DS kunnen aftekenen. „We hebben het lek boven," meldde Hans Dorjee vorige week na de eerste competitiezege op Woudestein, maar na afloop van de confrontatie met Sparta moest hij met droeve ogen constateren dat het lek weer onder de waterlijn is beland. „Er zit totaal geen lijn in, afspraken worden in het veld compleet vergeten. Het middenveld is een chaos. Aan de ene kant wordt de verdedigende taak vergeten en aan de andere kant kan niemand de aanval écht steun geven."

Edwin Olde Riekerink, ondanks een enkelblessure fit genoeg om te spelen, was een van Sparta's uitblinkers in Dordt. Hier brengt hij (links) de stand met een fraaie goal op 1-3. De sliding van Wim van der Steene komt te laat. Rechts Ronvan den Berg en Terry Lees.

Op 'n rijtje
Van de week nog eens gaat Dorjee het een en ander op een rijtje zetten. Dat is hard nodig ook. Want de prestatie van de thuisclub was - met uitzondering van de letterlijk en figuurlijk 'zwemmende' spits Linford - niet om over naar huis te schrijven. Vanaf het eerste fluitsignaal van de uitstekend leidende Severein holde DS'79 achter Sparta aan. Zelden kwam het uit de schulp, alleen de al gememoreerde Linford kreeg incidenteel de handen op elkaar voor een offensieve actie. Nee, dan gaf het optreden van Sparta al van meet af aan meer vertrouwen. Het leverde weliswaar in de eerste helft geen treffers op - de lat en de uitstekende doelman Jaap Bloem voorkwamen dat - maar het team groeide met de minuut in de wedstrijd. Dat bleek. Zelfs het windnadeel (wat is nadeel?) én een vroege, onverwachte tegentreffer van DS'79 in de tweede helft (Gorter stuurt Linford weg, die Van Noortwijk met een klein boogballetje verschalkt), kon Sparta niet verontrusten. Koel wisselde Jacobs van de Weel voor Eijer en terwijl laatstgenoemde zich met spoed naar het vijandelijke strafschopgebied begaf, verstuurde Robert Verbeek een vrije trap die via het hoofd van Louis van Gaal werd verlengd maar de doeltreffend instormende Ron van den Berg: 1-1.

Bevrijd
En Sparta - toch ook wel bevrijd door die gelijkmaker - ging door. „We voetballen kennelijk beter bij een achterstand", haalde Jacobs die herinneringen van het prille seizoen maar weer eens op. Bijna alles lukte onder aanvoering van dirigent Louis van Gaal en zijn eerste violist Edwin Olde Riekerink. En dus kon het gebeuren, dat laatste man Leen van Oosten in zijn dadendrang het Rotterdamse overwicht luister bij te zetten, 'gewoon' van twintig meter de kruising trof: 1-2. En de koek was nog lang niet op. Wat te denken van de 1-3 op naam van Olde Riekerink na 25 minuten in de tweede helft? De Zwijndrechter nam de bal op links aan, ontweek een aantal vijandelijke ledematen en schoot vervolgens uit de draai het leder halfhoog in de verre hoek: 1-3. Alles mocht én kon in Dordrecht, waar ook doelman Bas van Noortwijk zich in de tussentijd verdienstelijk maakte door de Engelsman Linford voor de voeten te duiken. De doeltreffende actie van Van Noortwijk was overigens een direct gevolg van nonchalance voor rekening van Adrie Andriessen. Dát feitelijk was het enige gevaar dat Sparta nog bedreigde, want van Dordtse zijde (met inmiddels Melisen en Braham in het veld) hoefde er weinig te worden gevreesd. Ja, Gorter probeerde het van afstand, maar het was te laat om nog enig geluk af te dwingen. Niets zette zoden aan de Krommedijk. Nee, dan Sparta weer. Vijf minuten voor tijd was er opnieuw zo'n scherpe penetratie door de Dordtse defensie. Een fraai hakje van Eijer verleende Lengkeek vrije doortocht en daar flitste de 1-4 aan op het scorebord. Applaus begeleidde Sparta naar de kleedkamer, waar Bert Jacobs zijn gehoor voorhield: „Stel je nu eens voor dat ik je er toch nog één sterke spits bijkrijg. Wat gaat er dan gebeuren? Waar gaan we dan nog eindigen?" Jacobs schudde nog maar eens het hoofd. Eén ding is zeker: indien hij er écht nog een spits bij wil, is hij momenteel wel op de verkeerde weg beland. Want met zoveel doelpunten houdt rekenmeester Floor Bouwer zéker de hand op de knip.


Drukte voor het DS-doel in de semi-derby tegen Sparta. Doelman Jaap Bloem ziet tot zijn opluchting dat Wout Holverda (links van hem' de bal heeft gemist. Op de foto zijn v.l.n.r. te zien Gerrie Mühren, Piet Wijnberg, Wout Holverda, Jaap Bloem, Wim van der Steene, Bert Bartelings, Ronald Lengkeek en Edwin Olde Riekerink.