Met een schitterende kopstoot neemt Jaap Jonk het tweede Volendamse doelpunt voor zijn rekening.

DS BERUST: ‘HET IS GEBEURD'
Acht minuten had Volendam gisteren nodig om DS'79 met een 2-0 nederlaag vrijwel zeker naar de eerste divisie te verwijzen. Of anders gezegd, die tijd was voor de hardwerkende spits Ton Blanker genoeg om met een omhaal en een voorzet zijn club in iets veiliger haven te loodsen, hoewel de Volendammers in de resterende tachtig minuten zelf uitdrukkelijk naar een degradatieplaats solliciteerden. Door de zo belangrijke uitslag van gisteren stelden zij hun toekomstige trainer Leo Beenhakker, gisteren even snel uit het Spaanse Zaragoza overgekomen, enigszins gerust. De kans dat hij volgend seizoen een eredivisieclub zal trainen is weer iets aannemelijker geworden. Waar DS'79 bij een overwinning de Volendammers op één punt zouden naderen, is nu de kloof weer tot vijf punten gegroeid.


Volendamspits Ton Blanker met een omhaal de openingstreffer.

Ongerust
Aan de andere kant zal bij Beenhakker de ongerustheid overheersen. Met het spelersmateriaal waarmee Volendam zich gisteren op eigen veld vertoonde lijkt ook 'De Tulp' - zoals hij in Spanje wordt genoemd - in de eredivisie weinig eer te behalen. Gezien het spelbeeld zou het gerechtvaardigd zijn dat er dit seizen vier ploegen een stapje terug doen. Volendam kan echter nog hopen. DS'79 vrijwel niet meer. Het laatste restje hoop, dat bij de Dordtenaren na twee overwinningen (Willem II, PEC Zwolle) nog aanwezig was, maakte gisteren plaats voor de definitieve berusting. René Notten: „Vanmiddag zijn we gedegradeerd." En trainer Hans Dorjee: „Je moet realist blijven, het is gebeurd. Maar dat was in feite vier wedstrijden geleden al het geval en bovendien degradeer je niet in één enkele wedstrijd dat doe je over een heel seizoen." Toch heeft DS'79 in Volendam de kans laten liggen om de spanning onderin de eredivisie én in eigen gelederen terug te brengen. De Volendammers verdedigen de snel verworven voorsprong zo ontstellend zwak, dat een Dordts doelpunt al voldoende zou zijn geweest om de oranje gelederen volkomen in elkaar te doen storten.

Angstig
Volendams trainer Simon Kistemaker prees zich dan ook gelukkig dat DS'79 die eerste tegentreffer maar niet kon produceren. Veel vrolijker werd hij er echter ook niet op. „De ploeg heeft totaal geen zelfvertrouwen. Als je met 2-0 voorstaat moet je die bal rustig bij je houden. Maar sinds het wegvallen van Dick Helling is er geen rustpunt meer. Ik wilde het dit jaar nog proberen met Hans Salfischberger, maar nu ook die geblesseerd aan de kant zit (na een liesoperatie) heb ik niets meer. Alleen een angstig elftal." Kistemaker keek daarom met jaloerse blikken naar de verrichtingen van vooral René Notten, maar ook van DS-spits Edwin Gorter. „Die Gorter is een reuzenvoetballer," aldus Kistemaker. „Hij komt razendsnel uit de dekking tevoorschijn en is zo vrijwel altijd aanspeelbaar. Zo'n speler missen wij." In de andere dug-out had zijn collega Hans Dorjee veel minder te klagen over de verrichtingen van zijn team, de woorden van Kistemaker illustreren dat. Vooral in de tweede helft vocht vrijwel heel DS zich kapot, wat ontbrak was de kwaliteit om door de keiharde defensie van Volendam te komen.


Van der Steene, Van der Gijp en Gorter (vlnr) beseffen het nu ook: „Vanmiddag zijn we gedegradeerd".

Tegengevallen
René Notten, die vijf weken geleden naar Dordrecht werd gehaald, was één van de weinigen die inzet paarde aan een surplus aan kwaliteit. Notten: „We hebben kwalitatief niet veel in huis. Daarmee is het overigens bij alle ploegen onderin de eredivisie slecht gesteld. Ik moet eerlijk zeggen dat het niveau me is tegengevallen. Daarom moet je ervoor waken dat je niet daarin wordt meegesleurd. Maar ik kan ook geen wonderen verrichten, ik ben naar Dordrecht gekomen om te redden wat er te redden valt." Veel is dat nu niet meer, hoewel je de routinier niet kunt verwijten dat hij er niets aan heeft gedaan. Keer op keer stuurde hij gisteren de drie jonge spitsen op avontuur, terwijl hij zichzelf ook vlak bij het Volendamse strafschopgebied nestelde. Het effect was echter niet bijster groot. Bertje Bartelings en Dennis van der Gijp kwamen alleen voor doelman Klouwer, maar konden de invaller van de geblesseerde Frans Hoek niet passeren. De beste kans was nog voor Niels Overweg, die een kwartier na rust hard inkopte, maar opnieuw stond de in een flits reagerende Klouwer in de weg. Nog geringer was het aantal kansen dat de Volendammers zich wisten te scheppen: in totaal drie, waarvan er twee in de beginfase vielen en die prompt een doelpunt opleverden. In de zesde minuut kwam de bal vanuit een hoekschop via twee hoofden gelukkig bij spits Ton Blanker terecht, die doelman Jaap Bloem met een omhaal kansloos liet. Twee minuten later liet Blanker zich opnieuw gelden. Hij legde Piet Wijnberg met een aantal kapbewegingen in de luren en gaf de bal hoog voor. Aanvoerder Jaap Jonk kopte keihard in, waarmee hij Volendam het teken gaf zich verder niet meer in de aanval te laten zien. Daardoor speelde zich tachtig minuten lang een uiterst grimmig duel op het middenveld af, waarbij het aantal overtredingen en fouten nauwelijks viel te tellen. Volendam gaf, nota bene tegen een mededegradatiekandidaat en op eigen veld, vast een voorbeeld hoe het in de resterende zes wedstrijden de nodige puntjes wil vergaren.