INTERVIEW

NICK VAN DER PLOEG: DOORZETTER IN HET DOEL VAN FC DORDRECHT 05/12/2008

Nick van der Ploeg is derde doelman van FC Dordrecht. Die job kost hem twintig uur per week, daarnaast draait de inwoner van Nieuwerkerk aan den IJssel (20) nog ’gewoon’ een veertigurige werkweek. De doorzetter over familie, werk, FC Dordrecht en het geloof.

,,Ik ben nu aan mijn tweede jaar bezig bij FC Dordrecht. Daarvoor speelde ik drie jaar in de jeugd van Feyenoord en was vier seizoenen actief bij Excelsior Rotterdam. Momenteel ben ik bij FC Dordt achter Govert Boyen en Sjoerd Rensen derde keeper. Dat is wel even een teleurstelling geweest.’’

,,Gedurende mijn eerste jaar aan de Krommedijk was ik achter Sjoerd namelijk tweede keus, tijdens competitiewedstrijden zat ik altijd als wissel op de bank. In de voorbereiding op dit seizoen kwamen de ’stagekeepers’, waardoor ik geen oefenwedstrijd heb gespeeld. Jammer, want ik had me graag willen bewijzen. Nu blijft mijn rol bij het eerste beperkt tot trainen, wedstrijdritme houd ik in het beloftenelftal.’’

,,Afgelopen maandag speelden we in Kerkrade tegen het tweede van Roda JC. Ik keepte lekker, want stopte al snel in de eerste helft een strafschop van Harrie Gommans. Hij vormde samen met Andres Oper en Jamaïque Vandamme de voorhoede van Roda. Ik heb me best wel geërgerd aan sommige van die gasten. Ze verdienen verschrikkelijk veel geld maar doen in het beloftenelftal geen stap te veel. Ik voetbal op amateurbasis bij FC Dordrecht, ontvang alleen een onkostenvergoeding voor de reis vanuit mijn woonplaats Nieuwerkerk aan den IJssel. Zelfs een wedstrijdpremie zit er dit jaar niet in omdat ik op vrijdag geen deel uitmaak van de selectie.’’

,,Naast de ongeveer twintig uur per week die ik kwijt ben aan het voetballen, werk ik nog veertig uur in een indoor-paintballcentrum in Rotterdam. Ik ontvang en begeleid daar de gasten - vaak grote groepen die een vrijgezellen-of bedrijfsfeest te vieren hebben - en sta achter de bar. Het gebeurt regelmatig dat ik na twee trainingen nog een uurtje of acht ga werken, of dat ik op een trainingsvrije dag veertien uur op mijn benen sta.’’

’’Je mag best weten dat ik soms jaloers ben op andere voetballers, ook teamgenoten die na de training nog een potje kaarten en dan rustig aan naar huis gaan. Ik heb die gelegenheid niet, ik moet zorgen dat ik een inkomen heb. Ik woon nog wel bij mijn ouders in Nieuwerkerk, maar wil graag onafhankelijk zijn.’’

,,Ik geef toe dat het zwaar is. Ik heb ook besloten dat ik mezelf dit jaar nog de kans geef om een contract af te dwingen bij FC Dordrecht, als dat niet lukt doe ik een stapje terug. Ik ben voor een keeper weliswaar nog heel jong, maar je moet ook reëel zijn. Ik heb er na dit seizoen negen jaar bij verschillende bvo’s opzitten, als het dan nog niet is gelukt om een contract af te dwingen moet je eerlijk zijn naar jezelf. Dan ben je misschien niet goed genoeg. De hoofdklasse is een prima alternatief, zeker financieel gezien. Ik kon nu ook bij ASWH onder de lat staan, maar wilde per se nog één seizoen mijn kans proberen te grijpen bij FC Dordrecht. Ik wil zó graag slagen als profkeeper, anders is dit ook niet vol te houden.’’

,,Ik ben niet de enige met voetbaltalent in de familie. Mijn vader Chris keepte al op zijn zestiende in het eerste van SV Ommoord, mijn drie jongere broertjes hebben ook allemaal in de jeugd van bvo’s gevoetbald. Nu niet meer, zij zijn weer terug bij vv Nieuwerkerk waar we allemaal begonnen zijn. Mijn ouders zijn daar best blij mee, want die hadden het maar druk met vier voetballende zoons in de jeugdopleiding van betaald-voetbalclubs. Zelf probeer ik ook nog wel eens bij mijn cluppie te gaan kijken, maar vanwege mijn werk lukt dat helaas niet zo vaak. En soms ga ik op zondag naar de kerk, het geloof is belangrijk voor me. Ik houd dat vooral voor mezelf, iedereen beleeft dat op zijn eigen manier. Maar ik kan wel genieten van de openlijke manier waarop AC Milan-aanvaller Kaká zijn geloof uitdraagt.’’

Bron: AD/De Dordtenaar
Tekst: Jan-Dirk Verhey